onrechtmatig beslagVóór een procedure echt tot een einde komt en soms al voordat ook maar een procedure is gestart, kan beslag worden gelegd op goederen van de wederpartij. Een voorbeeld is het beslag dat wordt gelegd op alle gelden die een bank voor de wederpartij onder zich houdt. In dat geval worden de tegoeden “bevroren” en kan de wederpartij niet langer over de gelden beschikken. Dat kan tot veel schade leiden. Soms blijkt achteraf dat het beslag niet gelegd had mogen worden. Welke schade kan in dat geval verhaald worden op de beslaglegger?

Wanneer is een beslag onrechtmatig?

Kort gezegd kunnen twee vormen van beslag worden onderscheiden: conservatoir en executoriaal beslag. Een conservatoir beslag kan worden gelegd voor of tijdens een procedure in afwachting van het verkrijgen van een executoriale titel (meestal een vonnis). Wel moet de (beoogd) beslaglegger om conservatoir beslag te (kunnen en mogen) leggen eerst verlof vragen aan de rechter. Als de schuldeiser eenmaal over een executoriale titel beschikt, bijvoorbeeld omdat de rechter zijn vordering toewijst, verschiet het conservatoire beslag van kleur en wordt het een executoriaal beslag. Een executoriaal beslag kan ook worden gelegd nadat de executoriale titel is verkregen, maar zonder dat daaraan een conservatoir beslag is voorafgegaan.

De schuldenaar die beslag legt voordat hij over een executoriale titel beschikt (dus bijvoorbeeld ook voordat een uitspraak onherroepelijk is geworden), handelt daarmee op eigen risico. De rechter kan de vorderingen, al dan niet pas in hoger beroep, afwijzen. In zo’n geval is de beslaglegger in beginsel aansprakelijk voor de gevolgen van het door hem gelegde – onrechtmatig gebleken – beslag. Dat in geval van conservatoir beslag verlof is verleend door de rechter en in geval van een executoriaal beslag de vordering inhoudelijk is beoordeeld door de rechter, doet daar niet aan af.

Welke schade?

Volledige schadevergoeding

Als blijkt dat het beslag onrechtmatig is gelegd, dan is de beslaglegger in beginsel verplicht om de daardoor veroorzaakte schade van de beslagene volledig te vergoeden. Voor de hoogte van de vergoeding moet de situatie waarin de beslagene door de beslaglegging verkeert en de situatie waarin geen beslag zou zijn gelegd en gehandhaafd, met elkaar worden vergeleken (zie HR 8 juli 2011).

Proceskostenvergoeding bij een opheffingskortgeding

Op het beginsel dat de schade volledig moet worden vergoed, bestaan uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is de vergoeding van de kosten die de beslagene heeft moeten maken om het beslag opgeheven te krijgen. Zo kan een beslagene in geval van een conservatoir beslag een opheffingskortgeding starten. Bij een executoriaal beslag kan de beslagene een executiegeschil aanspannen. De kosten die met die procedure zijn gemoeid, komen in principe niet voor volledige vergoeding in aanmerking, maar moeten worden vergoed met inachtneming van de regels omtrent de forfaitaire proceskostenvergoeding (zie HR 12 juni 2015).

Schadebeperkingsplicht

De schadebeperkingsplicht brengt onder omstandigheden mee dat de beslagene een opheffingskortgeding aanspant. Dat de schadebeperkingsplicht ook geldt in geval van onrechtmatig beslag en dat het niet aan die plicht voldoen (grote) consequenties kan hebben, illustreert het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 9 augustus 2016.

In deze zaak had een gemeente beslag gelegd op onroerende zaken van een schuldenaar, die onder andere de Wet Milieubeheer en de Monumentenwet had overtreden en daardoor dwangsommen (ter hoogte van ruim € 65.000) had verbeurd. Later bleek dat de bevoegdheid van de gemeente om de dwangsommen te innen, was verjaard. Het beslag was daarmee door de gemeente onrechtmatig gelegd en gehandhaafd.

De schuldenaar stelde vervolgens schade te hebben geleden en begrootte de schade op ruim € 2 miljoen. Die vordering wordt door het gerechtshof afgewezen. De schuldenaar had de gemeente pas een half jaar na de beslaglegging op de hoogte gesteld van de (gestelde) uitzonderlijk grote financiële gevolgen van het leggen en handhaven van de beslagen en – ondanks dat de gemeente daar meerdere keren om had gevraagd – geen (althans pas veel later) informatie verstrekt over de waarde van de onroerende zaken. Het gerechtshof oordeelt dat de schuldenaar niet heeft voldaan aan de schadebeperkingsplicht: als hij de gevraagde informatie eerder had verstrekt, had hij de schade tot nihil kunnen beperken.

Causaal verband

Ook als is voldaan aan de schadebeperkingsplicht, kan de onrechtmatig beslagene zich nog niet rijk rekenen. Het enkele feit dat het gelegde beslag onrechtmatig is, betekent niet meteen dat er ook een plicht bestaat om alle schade te vergoeden. Tussen de onrechtmatige gedraging en de schade moet immers causaal verband bestaan. Bestaat er geen of onvoldoende causaal verband tussen de gestelde schade en het onrechtmatige beslag, dan kan een vordering tot vergoeding van de schade leiden tot een pyrrusoverwinning. Het volgende vonnis illustreert dit goed.

In dit vonnis van de rechtbank Gelderland verweet een vennootschap een andere vennootschap dat deze onrechtmatig beslag onder haar had gelegd. De rechtbank kwam inderdaad tot de conclusie dat het gelegde beslag onrechtmatig was, maar bij de begroting van de schade werden – in verband met het ontbreken van het causaal verband – vrijwel alle schadeposten afgewezen. Van de ruim € 4 miljoen aan gevorderde schadevergoeding werd een bedrag van € 410 toegewezen. Omdat een groot deel van de vorderingen van de beslagene werd afgewezen, was de beslagene de grotendeels in het ongelijk gestelde partij en werd daarom in de proceskosten veroordeeld. Nu de proceskosten – in verband met de hoogte van het gevorderde – door het gerechtshof waren vastgesteld op € 10.286, resulteerde de hele procedure (los van de daadwerkelijke kosten) in een verlies van  € 9.876.

Onrechtmatigheid betekent nog geen (volledige) schadevergoeding

Een beslag op gelden of andere goederen kan erg vervelend zijn en leiden tot veel schade. Het leggen van beslag vóór er een executoriale titel ligt c.q. een uitspraak onherroepelijk is geworden, is dan ook niet zonder risico’s. Maar niet alleen de beslaglegger heeft zich te vergewissen van risico’s in verband met die beslaglegging. Ook de beslagene zal zich moeten beraden op de kosten en baten van het vorderen van een schadevergoeding na een onrechtmatig (gelegd en gehandhaafd) beslag. In beide gevallen geldt dus: reken je vooral niet (te) rijk.