De deelgeschilprocedure is inmiddels niet meer weg te denken uit de wereld van de letselschade. In 2015 heeft de procedure haar eerste lustrum gevierd. Naast de vele voordelen die de deelgeschilprocedure biedt – zoals de snelle doorlooptijd van een deelgeschil – zijn de regels omtrent de proceskosten een belangrijke reden waarom (met name) benadeelden kiezen voor een deelgeschil. Deze regels kunnen voor benadeelden namelijk voordelig uitpakken.

De voordelige spelregels op een rij:

Vergoeding volledige kosten

In een deelgeschilprocedure komen de door de benadeelde gemaakte proceskosten voor volledige vergoeding in aanmerking (artikel 1019aa lid 2 Rv), ten minste, voor zover deze kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets (ex artikel 6:96 lid 2 BW) doorstaan. Deze toets komt erop neer dat én redelijk moet zijn dat de kosten zijn gemaakt én de omvang daarvan redelijk moet zijn. Doorstaan de gemaakte proceskosten de toets, dan moet de andere partij de proceskosten volledig vergoeden als diens aansprakelijkheid is komen vast te staan. Dit is anders in  een bodemprocedure waar de benadeelde vaak slechts een fractie terugziet van de  gemaakte proceskosten.

Begroting kosten

In een deelgeschilprocedure begroot de rechter de kosten van de behandeling van het verzoek aan de zijde van de benadeelde (artikel 1019aa lid 1 Rv). De kosten worden alleen dan niet begroot als de deelgeschilprocedure volstrekt onterecht of onnodig is ingesteld.
Voorbeelden hiervan zijn:

  • als het gehele geschil is voorgelegd in de plaats van een deel van een geschil; of
  • als een partij die volgens de wet geen gebruik kan maken van de deelgeschilprocedure (buiten de kring van gerechtigden valt) toch een deelgeschilprocedure start.

Dit betekent dat de rechter ook de kosten zal begroten als aansprakelijkheid nog niet vaststaat. Mocht op een later moment na het deelgeschil aansprakelijkheid vast komen te staan, dan is tussen partijen geen discussie meer mogelijk over de hoogte van de vergoeding in het kader van het gevoerde deelgeschil. Deze kosten zijn immers al door de rechter begroot.

Geen proceskostenveroordeling benadeelde

De kosten die de aansprakelijke partij maakt in de deelgeschilprocedure blijven voor diens eigen rekening (artikel 1019aa lid 3 Rv). De gedachte hierachter is dat de deelgeschilprocedure een onderdeel is van het buitengerechtelijk onderhandelingstraject tussen de benadeelde en de aansprakelijke partij; in het buitengerechtelijk traject draagt de aangesproken partij ook zijn eigen kosten. De enige uitzondering op de regel is als het starten van de procedure als onrechtmatig wordt gekwalificeerd: een wel zeer hoge drempel.

Kosten verschieten niet van kleur

Tot slot is een voordeel van de deelgeschilprocedure dat de kosten niet “van kleur verschieten” (ex artikel 241 Rv). Dit betekent dat de gemaakte kosten niet onder de algemene proceskostenregeling vallen, als een bodemprocedure wordt gestart en verloren (artikel 1019aa lid 2 Rv). De kosten worden immers gezien als buitengerechtelijke kosten. Met andere woorden: kosten die eenmaal ten laste van de aansprakelijke partij zijn gebracht worden daar ook gelaten.

Kortom, de benadeelde in een deelgeschilprocedure kan op basis van deze 4 spelregels een hogere vergoeding krijgen voor de gemaakte proceskosten en op een eenvoudigere wijze dan in een bodemprocedure.