powned-beeldenOp 31 augustus 2016 bepaalde de rechtbank Amsterdam in de door Onno Hoes tegen PowNed aangespannen bodemprocedure onder meer dat Powned onrechtmatig heeft gehandeld door het uitzenden van heimelijk gemaakte opnamen van gesprekken tussen Hoes en een student. De gesprekken mochten volgens de rechtbank in de gegeven omstandigheden wel worden opgenomen, maar PowNed had de opnamen volgens de rechtbank niet mogen uitzenden. Hoes mag nu de door hem hierdoor geleden schade begroten en op PowNed verhalen.

Waaruit zou zijn schade kunnen bestaan?

Wat is er gebeurd?

In december 2014 heeft de omroep PowNed beelden uitgezonden van Onno Hoes, de toenmalige burgemeester van Maastricht, tijdens een privé-afspraak met student. Hoes is hierop een bodemprocedure gestart tegen PowNed waarin hij onder meer schadevergoeding vorderde. De rechtbank Amsterdam oordeelde eerder in een tussenvonnis dat PowNed de beelden niet had mogen uitzenden en in het eindvonnis van 31 augustus 2016 is bepaald dat PowNed schadeplichtig is ten opzichte van Hoes. PowNed moet de door hem geleden en nog te lijden schade vergoeden.

Uit de overwegingen van de rechtbank in de uitspraak van 31 augustus 2016 blijkt dat Hoes gemotiveerd heeft gesteld dat hij materiële en immateriële schade heeft geleden en dat PowNed dat niet, althans onvoldoende heeft bestreden.

Om welke te vergoeden schade zou het nu kunnen gaan? Dat blijkt niet uit het vonnis, maar er zijn voldoende voorbeelden te noemen waaraan kan worden gedacht. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen materiële schade (vermogensschade) en immateriële schade (nadeel dat niet in vermogensschade bestaat).

Materiële schadevergoeding na onrechtmatige publicatie

Materiële schade is vermogensschade en kan bestaan uit geleden verlies of gederfde winst. In de regel wordt daarbij gedacht aan gederfde inkomsten. Ook kosten voor herstel van een reputatie (bijvoorbeeld door het plaatsen van een advertentie) kunnen hieronder worden geschaard, evenals kosten voor vaststelling van schade en schadebeperking.

Aantasting van een goede reputatie kan leiden tot materiële schade, zoals verlies van goodwill (op geld te bepalen) of schade wegens het mislopen van de kans op het verkrijgen van een reputatie. Vaak gaat het om de aantasting van huidige of toekomstige verdiencapaciteit doordat afbreuk is gedaan aan een reputatie en is daarmee sprake van gederfde inkomsten.

Gederfde inkomsten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit misgelopen salaris door een ontslag vanwege de onrechtmatige publicatie. Daarbij moet dan wel causaal verband worden aangetoond: was het ontslag uitgebleven als publicatie achterwege was gelaten? Bij de vaststelling van de omvang van de schade moet het verschil worden berekend tussen de financiële situatie zoals deze zou zijn geweest zonder de onrechtmatige publicatie en de werkelijke financiële situatie.

Immateriële schadevergoeding na onrechtmatige publicatie

Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer c.q. een schending van de eer en goede naam kan aanleiding zijn voor toekenning van immateriële schadevergoeding. In de praktijk variëren de hiervoor toegekende bedragen sterk naar mate sprake is van een ernstiger inbreuk. Daarbij speelt de ernst van de beschuldigingen een rol, maar bijvoorbeeld ook de mate waarin in het privéleven is ingegrepen en het bereik van de uitlatingen. Drie voorbeelden:

  • Naar aanleiding van een onrechtmatig bevonden publicatie in dagblad De Limburger over een raadslid die er – kennelijk ten onrechte – van werd beschuldigd zich als ‘psychologisch terrorist’ en ‘querulant’ te gedragen in een wooncomplex, werd aan het raadslid een immateriële schadevergoeding van € 750 toegekend (Rechtbank Maastricht 12 maart 2003, Smartengeldgids 2016, nr. 1.1020).
  • Over een man, gespecialiseerd in alternatieve lifestylefotografie, was door een grote krant een behoorlijk tendentieus artikel gepubliceerd waarin onder meer de suggestie werd gewekt dat de fotograaf in zijn studio seksuele handelingen verrichtte of liet verrichten. Uit het artikel was gemakkelijk af te leiden waar de studio was gevestigd. Het bekendmaken van het adres van de studio kwalificeerde als een vergaande inbreuk op de privacy van de fotograaf. Aan hem werd een voorschot aan immateriële schadevergoeding toegekend van € 5.000.
  • In een geval waarin een man in een uitzending van het programma ‘Ook dat nog’ werd beschuldigd van bedreiging en het gooien van brandbommen, zonder dat hij de mogelijkheid was gegeven een weerwoord te geven, werd aan hem een immateriële schadevergoeding toegekend van maar liefst € 75.000. De rechtbank overwoog dat de uitzending zeer grievend voor deze man was en dat hij ernstig is aangetast in zijn eer en goede naam (Hof Amsterdam 29 juni 2006, Smartengeldgids 2016, nr. 1.177).

Mogelijke schade Onno Hoes

Een waarschijnlijke schadepost zal voor Hoes reputatieschade zijn. Qua materiële schade kan dan worden gedacht aan gederfde inkomsten door publicatie van de beelden. Zowel voor de functie die Hoes ten tijde van de publicatie bekleedde als voor functies waarvoor hij naar verwachting in de toekomst in aanmerking had willen komen, geldt dat reputatie en beeldvorming van groot belang zijn. Als Hoes aannemelijk weet te maken dat hij door de publicatie van de beelden zijn baan is kwijtgeraakt en daardoor salaris is misgelopen, of daardoor anderszins inkomsten heeft moeten missen, dan maakt hij goede kans op vergoeding van die misgelopen inkomsten. Daarbij moet dan wel worden gekeken naar de huidige situatie: indien Hoes het inkomensniveau van de situatie zonder de publicatie weer heeft bereikt, dan lijdt hij vanzelfsprekend geen schade meer.

Ook lijkt Hoes aanspraak te kunnen maken op immateriële schadevergoeding. De hoogte daarvan hangt sterk af van de omstandigheden van het geval, maar gelet op de ernst van de inbreuk en de hoge mate waarin dit in het privéleven van Hoes heeft ingegrepen, zou de immateriële schadevergoeding nog wel eens hoog kunnen uitvallen.

Bron: Rb Amsterdam 31 augustus 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:5438