proceskostenIn ons vorige blogbericht gingen wij in op de buitengerechtelijke kosten, nu is het tijd voor de proceskosten (en de samenloop van deze beide kostenposten).

Wanneer krijg je met proceskosten te maken? En om wat voor bedragen gaat het dan eigenlijk?

Wanneer krijg je met proceskosten te maken?

Je krijgt met proceskosten te maken als je zelf een juridische procedure voert of als je door een ander in een juridische procedure wordt betrokken. De partij die (grotendeels) in het ongelijk wordt gesteld moet de proceskosten van de andere partij betalen.

Let wel: zowel eiser als gedaagde kan uiteindelijk de in het ongelijk gestelde partij zijn. Het gaat erom wie uiteindelijk het gelijk aan zijn zijde vindt. Tweede punt om in de gaten te houden is dat de rechter kan beslissen dat de proceskosten ‘gecompenseerd’ worden. Dat wil zeggen dat geen van beide partijen elkaars proceskosten hoeft te dragen. Dit kan de rechter onder meer doen op het moment dat beide partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld (zie art. 237 Rv e.v.).

Hoe hoog of laag kan een proceskostenveroordeling worden?

Onder de proceskosten vallen de advocaatkosten, griffierechten, deurwaarderskosten, kosten voor allerlei bijzondere proceshandelingen (voor het horen van getuigen en deskundigen) en – onder voorwaarden – de buitengerechtelijke kosten. Op de samenloop tussen proceskosten en buitengerechtelijke kosten komen we terug onder het kopje ‘Samenloop tussen buitengerechtelijke kosten en proceskosten?’. We zullen ons nu concentreren op de advocaatkosten in het kader van de procedure.

Goed om in het oog te houden is dat het bij de advocaatkosten om een forfaitaire vergoeding gaat, dus niet om vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten. Op de site van de Rechtspraak kun je vinden hoe de hoogte van de advocaatkosten wordt vastgesteld. Kort gezegd worden de verrichte proceshandelingen geteld en gewaardeerd (door middel van een puntensysteem). Het aantal punten wordt vermenigvuldigd met het toepasselijke tarief, dat dan weer afhangt van het (geldelijk) belang van de zaak.  Vaak zullen de forfaitaire advocaatkosten niet in de buurt komen bij de bedragen die daadwerkelijk aan de juridische bijstand zijn besteed.

Er is één veel gebruikte uitzondering op de forfaitaire tarieven: artikel 1019h Rv bepaalt dat er in intellectuele eigendomszaken wordt afgeweken van de ‘gewone’ proceskostenregeling van art. 237 Rv. In plaats daarvan wordt de partij die ongelijk krijgt veroordeeld in de werkelijke gerechtskosten (voor zover redelijk en evenredig) en andere kosten van de andere partij.

Samenloop tussen buitengerechtelijke kosten en proceskosten?

Dan komen we nu op de samenloop tussen buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Hierop waren in ons vorige blogbericht al even vooruitgelopen. Nu bespreken we de samenloop wat uitgebreider.

Buitengerechtelijke kosten ‘verschieten van kleur’ als ze worden omvat door de proceskostenregeling (artikel 241 Rv). Dit betekent dat niet meer alle buitengerechtelijke kosten volledig vergoed worden, maar dat slechts sprake is van een forfaitaire vergoeding van nauw omschreven proceshandelingen.

Dit gebeurt als de kosten gemaakt zijn ter “voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak”. Daarvan is al heel snel sprake; zie de uitspraak van de Hoge Raad van 26 maart 1993, NJ 1995/42). Denk bijvoorbeeld aan het feitenonderzoek, de bewijsvergaring, de analyse door de advocaat van de proceskansen, maar ook het opstellen van de dagvaarding incl. eventuele stukken daarbij; al deze werkzaamheden vallen onder de kosten ter voorbereiding en instructie. Vanaf het moment dat de dagvaarding (of het verzoekschrift) is ingediend, worden sowieso de handelingen van de advocaat als ‘gerechtelijke handelingen’ aangemerkt (en dus niet meer als buitengerechtelijke handelingen).

Het ‘kleurverschil’ kan voor de aansprakelijke partij voordelig zijn, maar teleurstellend voor degene die schade heeft geleden en veel kosten heeft moeten maken voorafgaand aan een procedure (waarin hij uiteindelijk gelijk heeft gekregen).

Het kan dus verstandig zijn om dit alles mee te wegen wanneer gesprekken of onderhandelingen over het regelen van schade plaatsvinden!